Karin Brouwers - Leuven

Nieuwsbericht

Begroting Senaat 2023 goedgekeurd

TUSSENKOMST PLENAIRE ZITTING SENAAT

Mevrouw de voorzitter,
Beste collega’s,

Er ligt vandaag een begroting voor waarbij voor de werking van de Senaat een dotatie van 41 miljoen euro wordt gevraagd. Dat bedrag, beste collega’s, is in nominale termen 14 miljoen euro minder dan in 2015, toen de dotatie voor de Senaat 55 miljoen euro bedroeg. In reële termen, rekening houdend met de inflatie, is er een besparing van meer dan 40%.

Collega’s, wetende dat de Senaat vooral uitgaven heeft voor lonen, zomaar eventjes 80 procent van alle uitgaven, en dat die lonen uiteraard moeten worden geïndexeerd, is die besparing van 40% een gigantische inspanning.

Geen enkele assemblee doet ons dat na. Ter vergelijking, de begroting van de Kamer is in dezelfde periode fors gegroeid, van 130 miljoen euro in 2015 tot maar liefst 169 miljoen euro voor 2023, een groei in nominale termen met 30%. Bedroeg de dotatie aan de Senaat in 2015 nog 42% van de dotatie aan de Kamer, in 2023 is dat nog slechts 24%.

Collega’s, de eerste conclusie is dan ook dat de Senaat al een immense besparing heeft doorgevoerd en vandaag wordt die trend verder gezet zonder één naakt ontslag.

Mijn tweede punt: de Grondwet is duidelijk: Art. 174 van de Grondwet luidt als volgt: “Elk jaar wordt door de Kamer van volksvertegenwoordigers de eindrekening vastgesteld en de begroting goedgekeurd. Evenwel stellen elk jaar de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat, ieder wat hem betreft, de dotatie voor hun werking vast. Alle staatsontvangsten en -uitgaven moeten op de begroting en in de rekeningen worden gebracht.”

Met andere woorden, als de dotatie die de Senaat vastlegt, niet in de rijksbegroting wordt ingeschreven, dan legt zowel de Kamer als de regering de Grondwet naast zich neer.

En zo kom ik tot mijn derde punt.  We hebben namelijk afgesproken om met de Kamer te bekijken hoe er meer synergieën kunnen worden gerealiseerd. Want, laat ons eerlijk zijn. Ook in 2023 zal de Senaat de Kamer de facto nog subsidiëren. Om u twee voorbeeldjes te geven. De Senaat betaalt nog altijd de helft van de kosten van de bibliotheek en van het Huis der parlementsleden, terwijl de senatoren en hun personeel slechts in zeer beperkte mate gebruik maken van de bibliotheek en van het Huis der Parlementsleden. De meeste senatoren hebben bijvoorbeeld al een kantoor in hun deelstaatparlement en maken totaal geen gebruik van hun kantoor in het Huis van de Parlementsleden. Wat meer is, de Senaat heeft in het gebouw waar we nu zijn, ruimte genoeg om de senatoren en de politieke medewerkers te huisvesten. We hebben ons inziens dat huis der parlementsleden niet meer nodig. Voorzitter, we denken dat we dus moeten stoppen om vanuit de Senaat de Kamer te subsidiëren.

We moeten dit laatste volledige jaar van de legislatuur dus benutten om met de Kamer afspraken te maken die de nieuwe verhoudingen sinds de laatste staatshervorming beter weergeven. 150 Kamerleden tegenover 10 gecoöpteerde senatoren. Dat zou de vertrekbasis moeten zijn.

Mevrouw de voorzitter, hoe logisch dit ook klinkt, gemakkelijk zal het niet zijn, maar we wensen u daarbij succes en de cd&v-fractie zal u steunen om te komen tot een efficiënter beheer van het federale parlement.

 

 

© Karin Brouwers - Vlaams Parlement, Leuvenseweg 86, 1011 Brussel - karin.brouwers@vlaamsparlement.be - T +32 2 552 43 37