Karin Brouwers - Leuven

Nieuwsbericht

De Lijn wil telewerk structureel verankeren

PERSBERICHT

De Lijn zal ook na corona blijven inzetten op telewerk, zo blijkt uit het antwoord op een vraag van Vlaams parlementslid Karin Brouwers (CD&V) aan bevoegd minister Peeters. De Vlaamse vervoersmaatschappij hield zich naar eigen zeggen erg strikt aan de coronaregel dat medewerkers die kunnen thuiswerken, moeten thuiswerken. Postcorona zal De Lijn verder werk maken van minstens twee dagen telewerk voor werknemers voor wie dit mogelijk is. “Die focus op telewerk in combinatie met de reorganisatie van het bedrijf zal ook een impact hebben op de bezetting van de kantoren van De Lijn,” waarschuwt Brouwers.

Telewerk is door de coronapandemie populairder dan ooit en veel werkgevers en werknemers zijn dan ook gewonnen voor meer en structureel telewerk na de coronacrisis. Meer thuiswerken lijkt dus ook de norm in de toekomst te worden en structureel thuiswerken is voor veel bedrijven al langer een ambitie. De coronacrisis bracht dit enkel in een stroomversnelling. Dit is ook het geval bij de Vlaamse vervoersmaatschappij. Uit cijfers die Vlaams parlementslid voor CD&V Karin Brouwers opvroeg blijkt immers dat De Lijn, dat tijdens de coronacrisis heel strikt de regels rond thuiswerken opvolgde, ook postcorona verder zal inzetten op telewerk. “De Lijn speelde al langer een voortrekkersrol in het plaats- en tijdsonafhankelijk werken,” zegt Brouwers.

Impact op bezetting gebouwen

Een van de gevolgen van meer telewerk is dat bedrijven minder vierkante meters kantoorruimte nodig hebben en dat de leegstand van kantoren de komende jaren dus zal toenemen. “In 2017 ruilde De Lijn vijf provinciale kantoren in voor 16 regionale kantoren verspreid over Vlaanderen. Dit kaderde in het nieuwe organisatiemodel van De Lijn waarbij gekozen werd voor een centraal aangestuurde, maar decentraal verankerde organisatie. De vroegere provinciale terreinen en panden die hierdoor niet meer in gebruik zijn of in de toekomst uit dienst gesteld zullen worden, worden momenteel geëvalueerd met oog op nieuwe bestemmingen, verhuur of verkoop.

 “Maar de nieuwe focus op telewerken zorgt nu ook voor een sterke onderbezetting in de nieuwe, regionale kantoren,” zo zegt Karin Brouwers. “De bezetting in de regionale kantoren is tijdens de coronacrisis gemiddeld 9 procent, ten opzichte van 88 procent voor de coronacrisis.” Wat de impact zal zijn op de bezetting van de gebouwen na de coronacrisis is vandaag moeilijk in te schatten. “Het is belangrijk om dit verder op te volgen: bij een permanente te lage bezetting van de kantoorgebouwen postcorona, moet het mogelijk zijn om het organisatiemodel  op vlak van kantoorruimtes te herbekijken.”

 

 

© Karin Brouwers - Vlaams Parlement, Leuvenseweg 86, 1011 Brussel - karin.brouwers@vlaamsparlement.be - T +32 2 552 43 37